‘Doe het niet, let op!’ door Myra Sys
Van de rook van Tata Steel tot en met de dakkapel van je buurman. Van het kappen van bomen in je straat tot de aanleg van de A2. Van vliegveld Lelystad Airport tot het uitbreiden van de parkeerplaats in je straat. Voor al deze situaties bestaat er een doolhof aan regels die bepalen wat wel en niet mag, hoeveel geluid of stikstof geoorloofd is, of de bouw of de natuur voorrang krijgt.
In de nieuwe Omgevingswet worden al die regels gebundeld. Het is een soort superwet die de 26 huidige wetten rond ruimtelijke ordening en leefomgeving – onder meer geluid, bodemkwaliteit, bouwhoogte – in één wet moet vangen.
Daar hangt een stevig prijskaartje aan. KPMG schat dat de overheden in de periode 2016-2029 tussen de 1,3 à 1,9 miljard euro zullen uitgeven aan de invoering van de Omgevingswet.
Maar dan heb je ook wat. De wet versnelt vergunningsprocessen (van 26 naar 8 weken), maakt ze eenvoudiger, biedt ruimte voor meer participatie en maatwerk en laat alles gestroomlijnder verlopen.
Althans, dat is de belofte.
Het invoeringsproces van de wet verloopt namelijk niet zo gestroomlijnd. Hij stond oorspronkelijk al op de rol voor 2019, maar is inmiddels drie keer uitgesteld. Achilleshiel is het omvangrijke ICT-project dat aan de wet ten grondslag ligt, het DSO: Digitaal Stelsel Omgevingswet. De ontwikkeling daarvan gaat trager dan voorzien.
De invoering van de wet staat nu gepland op 1 juli 2022. Hij is al sinds 2016 met een ruime meerderheid goedgekeurd door de Eerste en de Tweede Kamer, en beide Kamers moeten enkel nog beslissen over de invoeringsdatum. Daarover plaatst vooral de Eerste Kamer nog de nodige vraagtekens. ‘Ik moet zeggen dat de eerste signalen over het DSO niet positief zijn’, zegt senator Mary Fiers van de PvdA. ‘Ik hoor ook van ambtenaren die met het systeem moeten werken veel twijfels.’
Wat is er aan de hand?
Om de nieuwe Omgevingswet goed te laten functioneren, is het digitale stelsel eromheen cruciaal. Het idee van de wet is namelijk dat alles sneller en simpeler moet, zoals het verlenen van een vergunning. Om dat te kunnen bereiken, is automatisering nodig. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten schrijft: ‘Het DSO is een randvoorwaarde voor de inwerkingtreding van de wet.’
‘IT-functionaliteiten zijn zo ingewikkeld ontworpen, dat ze tot problemen zullen leiden bij het maken en gebruiken ervan’
Maar er zit een kink in de kabel. Het Bureau ICT-toetsing (BIT), dat zich over grote ICT-projecten van de overheid buigt, oordeelde in 2017 vernietigend over DSO. ‘IT-functionaliteiten zijn zo ingewikkeld ontworpen, dat ze tot problemen zullen leiden bij het maken en gebruiken ervan en het is maar de vraag is of ze ooit allemaal gaan werken als bedacht. […] Gemaakte financieringsafspraken staan nu al onder druk.’
Het advies van het BIT: maak het allemaal wat kleiner en simpeler, en bouw dan in stapjes verder. Zo blijft het project behapbaar.
In oktober 2020 blijkt dat men niet heeft geluisterd naar dat advies. Na een nieuwe evaluatie schrijft het BIT: ‘DSO [is] in opzet nog steeds complex. Nu alsnog inzetten op een stevige complexiteitsreductie zou echter onvermijdelijk leiden tot verder uitstel van de ingebruikname.’
De waakhond concludeert dat ‘een tijdige en succesvolle implementatie […] van DSO nog onzeker is.’ Op dat moment is echter al 90 procent besteed van de beschikbare 142 miljoen voor de ontwikkeling van het systeem.
Het Bureau ICT-toetsing krijgt gelijk. De deadline wordt overschreden. Ook de kosten zijn te beperkt ingeschat, geeft huidige minister Kasja Ollongren toe in een Kamerbrief over de voortgang in september 2021: ‘De ontwikkeling en de afbouw van de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet vergt meer tijd en geld dan aanvankelijk voorzien.’ De kosten voor de ontwikkeling van het systeem moeten opnieuw worden geraamd: 30,8 miljoen euro erbij.
In een recentere brief stuurt Ollongren nog altijd aan op inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2022.